Een zeldzame karaf uit een afvalput van het kasteel van Wouw
Tijdens de opgraving van het kasteel van Wouw werden glasscherven gevonden, die na schoonmaken en puzzelen tot een bijzondere karaf gereconstrueerd konden worden. Het voorwerp dateert uit de tweede helft van de 16de eeuw en is een mooi voorbeeld van luxe tafelgerei uit een rijk huishouden. De karaf is 21 cm hoog en van kleurloos glas vervaardigd. De glasblazer heeft eerst de peervorm in een mal geblazen en daarna de voet en het S-vormige oor aangezet. De buik en hals hebben brede ribbels in een ‘getordeerd’ patroon.
In tegenstelling tot glazen drinkgerei dat al vanaf de 13de eeuw in de meer welvarende huishoudens voorkwam, is de glazen fles een betrekkelijk jong verschijnsel. Voor transport was het dunne glas te breekbaar dus gebruikte men houten tonnen en grote steengoed kannen. Pas in de 15de eeuw verschenen kleine flesjes die als schenkfles aan tafel werden gebruikt of voor het bewaren van medicinale vloeistoffen. In de 16de en 17de eeuw ontwikkelde zich de fles zoals wij die kennen, voor het opbergen of uitgieten van drank.
Vanaf 1550 vinden we in steeds meer rijkere milieu’s de glazen karaffen en schenkkannen voor op tafel. Ze dienden om wijn of bier uit te schenken in bekers en kelkglazen. Voor de Wouwse karaf zijn er maar weinig vergelijkbare vondsten, afkomstig uit kastelen in Rotterdam, Schipluiden en Tilburg. De Wouwse karaf werd waarschijnlijk in een Nederlands atelier vervaardigd.
Door het verblijf in de bodem zijn enkele scherven tot een matte witte kleur geoxideerd. Dankzij zorgvuldig zeven waren er genoeg scherven om de karaf weer samen te stellen. Hij is eerst gelijmd met een cyano-acrylaat gel (zogenaamde seconden lijm) en daarna verhit en met araldite (tweecomponentenlijm voor glas) afgelijmd. De karaf is te zien in de tijdelijke tentoonstelling van de Archeo-Hotspot.
